Voorbeeldberekening vermogensbelasting 2024
Kim en Jelmer hebben €100.000 aan spaargeld. Daarnaast hebben ze geïnvesteerd in een garagebox van €35.000 die ze verhuren. Ook hebben ze nog €25.000 belegd in aandelen. Ze hebben een schuld van €10.000.
Stap 1. Bereken het totale rendement
Bezittingen:
- Belast spaargeld: 1,03% x €100.000 = €1.030
- Belaste overige bezittingen (€25.000 + €35.000 = €60.000): 6,04% x €60.000 = €3.624
- Het totale rendement op de bezittingen is in totaal: €4.654
Schulden:
Op de schuld wordt de drempel in mindering gebracht. De drempel is € 7.400 in het geval van fiscale partners.
- De aftrekbare schuld is: € 10.000 - € 7.400 = € 2.600
- Het rendement op de aftrekbare schulden: € 2.600 x 2,47% = €65
Het totale rendement is € 4.654 - € 65 = € 4.589
Stap 2. Bereken het vermogen
Bezittingen:
- Belast spaargeld: €100.000
- Belaste overige bezittingen: €60.000
Schulden:
- Aftrekbare schulden (€10.000 - € 7.400): € 2.600
Het totale vermogen/rendementsgrondslag is (€100.000 + €60.000) - € 2.600 = €157.400
Stap 3. Bereken de grondslag
Het heffingsvrij vermogen is in 2024 € 114.000 voor fiscale partners.
- De grondslag is €157.400 - €114.000 = €43.400
Stap 4. Bereken het rendementspercentage
- Kim en Jelmer geven ieder de helft van de grond aan in hun aangifte (€ 43.400 / 2): €21.700
- Voor beide geldt een rendementsheffingspercentage van (€21.700 / €157.400 x 100%): 13,79%
Stap 5. Bereken het voordeel uit sparen en beleggen
- Het fictieve rendement is (13,79% x € 4.589): €641
Stap 6. Bereken de vermogensbelasting
- De vermogensbelasting is (36% x €641): €231 per persoon
Omdat het aandeel van Kim en Jelmer gelijk is, betalen zowel Kim als Jelmer €231 per persoon. Samen betalen zij dus €462 aan vermogensbelasting.